Artikelen
Een vraag van een herstelcoördinator
Auteur | Jan Ruigrok |
Datum | 2014 |
Herstelgericht handelen bij conflicthantering
Onlangs kreeg ik de volgende vraag van een herstelcoördinator:
“Samen met het vmbo-team willen we een herstelgerichte escalatieladder opstellen voor onze klassen. We lopen er tegen aan dat onze collega's geneigd zijn om leerlingen snel weg te sturen uit de les.
Zelf vinden we het lastig om een herstelgerichte escalatieladder op te stellen. Weet jij of zoiets al bestaat of kun je wellicht een voorzet geven?”
Het antwoord van ECHO:
Binnen herstelrecht werken we niet met de escalatieladder. Herstelrecht richt zich op behoeften van mensen en het herstellen van schade erna. Dus in de eerste plaats op dat wat je wilt. De escalatieladder kijkt naar wat je niet wilt: conflicten.
Als mensen me vragen wat ze moeten doen op het moment dat conflicten zich voordoen zeg ik (vaak wat plagerig, maar met een meer dan serieuze ondertoon): ‘dat weet ik niet, dan ben ik altijd in zo’n staat dat ik niet goed kan denken en reageer ik puur impulsief. Waar ik meer vanaf weet is hoe je conflicten voorkomt en kleinhoudt en wat je kunt doen na een conflict. Als je wilt, wil ik daar met jou naar kijken’.
Als herco kun je deze vraag (Wil je nadenken over hoe je conflicten voorkomt en kleinhoudt en wat je kunt doen na een conflict?), voorleggen aan leraren die last hebben van conflicten waarbij ze geen andere mogelijkheid zien dan leerlingen uit de les sturen. Als ze ‘ja’ zegen op die vraag, kun je verder, als ze ‘nee’ zeggen of met ‘ja-maren’ blijven komen, zou ik zeggen, bedank hen voor het antwoord en zeg dat jij hen niet kunt helpen. Er zijn leraren die het wel makkelijk vinden, leerlingen wegsturen. Het houdt de boel lekker rustig, toch…? Als dat het geval is, ligt hier geen taak voor jou, maar voor de schoolleiding (mocht die dit ook als een probleem zien en het willen aanpakken.) Op de rol van de schoolleiding kom ik later terug.
Als ze ‘ja’ zeggen op de vraag en ze willen meer leerlingen in de klas houden, kun je met hen kijken welke interventiemogelijkheden er zijn voordat een incident zich voordoet en wat ze erna kunnen doen om de aangerichte schade te herstellen.
Voor het incident: Afspraken maken in vredestijd
De kans op conflicten waarbij leerlingen eruit worden gestuurd verklein je door aan het begin van de samenwerking, ‘in vredestijd’ dus, afspraken te maken waar je, wanneer de bom barst, op kunt terug vallen. Deze afspraken in vredestijd (AiV’s )vallen uiteen in afspraken en regels. Bij afspraken brengen leerlingen onder woorden wat hun behoeften zijn en hoe ze die gaan vervullen. De regels zijn de ‘dorpsregels’, die de school of de leraren aan de leerlingen opleggen om iedereen in een veilige sfeer veel te kunnen laten leren.
Afspraken en regels vormen samen de Afspraken in Vredestijd (AiV’s)
Afspraken met de groep kun je maken aan de hand van de vragen:
1. Wat heb jij nodig om hier (in school, in de les) het beste uit jezelf te halen?
2. Wat verwacht je daarbij van mij als leraar/ begeleider/ mentor?
3. Wat verwacht je van de groepsleden?
4. Wat ga jij bijdragen om te bereiken wat je wilt?
5. Wat ga je doen wanneer dat wat je wilt onder druk staat?
Als iedereen het met elkaar eens is, kunnen de afspraken worden vastgelegd en wordt de groep uitdrukkelijk gevraagd daarvoor (samen en ieder voor zich) verantwoordelijkheid te nemen.
Daarna vertelt de leraar (de school, de mentor) wat de ‘dorpsregels’ zijn die bij hem of haar gelden.
Die twee, afspraken en regels, vormen dus de AiV’s. Je kunt er regelmatig op terugkomen om te kijken of ze nog voldoende nageleefd worden. Wanneer het niet goed gaat in een groep kan de leraar zeggen: ‘Dat wat jullie willen staat onder druk. Wat kunnen jullie doen om te bereiken wat je wilt en hoe kunnen anderen (ik) jou daarin ondersteunen?’
Het is omslachtig wanneer alle leraren voor elke groep apart hun AiV’s maken. De mentor kan daar een verbindende rol spelen. Het is belangrijk dat de mentor formeel wordt uitgenodigd een voortrekkersrol te spelen bij het maken van de AiV’s. Wanneer dat niet gebeurt en de mentor vraagt vervolgens aan de leraren op die manier te werken, schat ik de kans op slagen niet zo groot.
Zolang er geen AiV’s zijn, is de kans veel groter dat conflicten die zich voordoen escaleren. Dan blijft het dweilen met de kraan wijd open en is een escalatieladder misschien het enige bruikbare instrument om droge voeten te houden. Al heb je dan meer aan een de-escalatieladder…
AiV’s en conflicten
Wanneer een leerling rood gedrag vertoont, gedrag waarmee hij zich zelf of anderen nadeel berokkent, kan de leraar op de AiV’s wijzen. Hij benoemt het gedrag van de leerling zonder waardeoordeel en zegt (uiteraard in eigen bewoordingen): ‘Het lukt jou op dit moment niet om je aan onze afspraken en regels te houden. Vertel me eens, wat kun je doen om je er wel aan te houden en wat heb je daarbij van anderen nodig?’
Wanneer een leerling volhardt in zijn rode gedag kan er een moment komen dat de leraar zegt: ‘Wij willen jou er heel graag bij hebben, maar doordat jij je niet kunt of wilt aanpassen, maak je dat voor jezelf onmogelijk. Ik kan nu niet anders doen dan jou (even) ergens anders een plek te geven.’ Hoe meer de leraar dit zonder emotie kan doen, hoe beter het werkt.
Hiermee is het niet de leraar die hem de klas uitstuurt, maar de leerling die zichzelf (tijdelijk?)buiten de groep plaatst.
Op het incident kan een herstelgerichte actie volgen, waarbij de leerling de boodschap krijgt: ‘Dit zijn de feiten die maakten dat ik jou niet in de les kon laten blijven. Dat is vervelend want wij willen je er graag bij hebben. Jammer genoeg lukt het jou nu niet, je zo te gedragen dat je op een goede manier kunt meedoen. Vertel eens, wil jij er ook graag bij horen?”
Wanneer het antwoord ‘ja’ is, volgen de vragen: ‘Wat kun jij doen om op een goede manier met ons mee te doen? En: wie kunnen jou daar op welke manier bij ondersteunen?”
Een gesprek als dit kan gepaard gaan met een sanctie. Een sanctie is ‘een herstelgerichte actie waarmee het gewenste doel alsnog wordt bereikt’. Dit doel kan zijn: goede relaties in een gezellige klas waarin iedereen optimaal leert.
Een sanctie kan door de leraar worden ingeleid met de woorden: ‘Door wat je gedaan hebt, heb je anderen benadeeld en jezelf min of meer buiten de groep geplaatst. We willen je heel graag er weer bij hebben. Daarom vraag ik je iets te doen:
- waar je goed in bent
- wat je leuk vindt om te doen en
- waar de mensen die schade van jouw gedrag hebben ondervonden van genieten.”
Een herstelactie staat in relatie tot het rode gedrag en kan in overleg met de benadeelden worden bepaald. De leerling toont dan door zijn gedrag aan dat hij er bij wil horen. Dit levert hem positieve reacties van de leraar en groep op en herstelt de relatie.
Wanneer het antwoord ‘nee’ is, laat de leerling de leraar geen andere keus: ‘Oké, als dat zo is, geef je mij geen andere mogelijkheid dan je straf te geven. Dat is dus waar jij voor kiest. Het is niet wat ik wil, maar jouw keuze respecteer ik’.
Je kunt je voorstellen hoe prettig dit voor de leraar kan zijn om aan de ouders te vertellen. ‘Wij werken er op die en die manier om uw kind er weer bij te laten horen, maar momenteel lukt het hem nog niet om zijn plek in de klas te vinden’. Waarmee je de verantwoordelijkheid voor het gedrag op de juiste plaats legt.
Sommige herco’s vragen zich af hoe ze kunnen reageren op collega’s die veel leerlingen eruit sturen.
Hierin ligt een taak voor de schoolleiding. Wanneer jij als herco hieraan gaat werken, is de kans groot dat dit ten koste van de sfeer gaat. Voor je het weet word jij gezien als Redder van de leerlingen en Aanklager van je collega.
De boodschap van de schoolleiding aan die collega’s kan bijvoorbeeld zijn: ‘Jij hebt de afgelopen twee weken zes leerlingen uit je les verwijderd. Dat is vervelend voor jou, want zo wil jij vast niet lesgeven. Dat is ook vervelend voor de leerling en zijn ouders. En voor je collega’s, want het beïnvloedt de sfeer op school op een manier die we niet willen. Wij willen geen school zijn waar leerlingen er uit worden gestuurd. Iedere leerling die bij ons wordt weggestuurd is een nederlaagje en een brevetje van onvermogen voor de school en daarmee is het een teamprobleem. Daarom stel ik je twee vragen:
1) Wat ga jij doen om ervoor te zorgen dat leerlingen en jij het in de klas zo goed hebben dat er geen leerlingen uitgestuurd hoeven te worden en
2) Wat heb jij van je teamleden en anderen nodig om dit te bereiken?’
Misschien brengt deze vraag de leraar alsnog in contact met jou, als herco.
Ik hoop, beste Herco dat je hier iets aan hebt.