Columns
De Koning van Wezel
Mooie trui, Bram
Auteur | Jan Ruigrok |
Datum | 18/02/2018 |
Mooie trui, Bram!
Bij een kop koffie in de lerarenkamer vertelde Désiree over groep 2H die ze onlangs van een collega had overgenomen. Met al haar ervaring en professionaliteit was er een groep op haar pad gekomen, waar ze geen kant mee uit kon. Leerlingen waren onaanspreekbaar, namen geen boeken mee; zeiden openlijk niets te willen en maakten grove seksistische grappen naar haar en klasgenoten. Wanneer ze hen in de klas daarop aansprak kreeg ze een reactie van ‘mens zeur niet’, terwijl de leerlingen die wilden werken, zwijgzaamheid als overlevingsmechanisme hadden gekozen.
‘Onder vier ogen zijn ze prima aanspreekbaar’ zei Désiree, ‘en zien ze wat voor narigheid ze aanrichten. Dan krijg ik excuus en die lijkt nog gemeend ook. Zodra ze na zo’n gesprek de klas in komen, veranderen ze weer in uitgesproken rotzakken, ik kan het niet anders zeggen.’
We kwamen te praten over herstelcirkels waarin leerlingen en leraren bij elkaar komen en de frustratie, narigheid, boosheid, verdriet en pijn uitspreken, waarna ze zoeken of ze nog op een goede manier verder kunnen. Kohlrieser, de schrijver van het boek Laat je niet gijzelen, noemt dat de vis op tafel leggen. De vis is dat wat niet wordt gezegd, alles bepalend is en steeds meer gaat stinken als het geen aandacht krijgt.
‘Dit is Bram’, onderbrak Désiree ons gesprek, ‘van hem heb ik de klas overgenomen’. Bram vertelde dat hij wegens persoonlijke omstandigheden een deel van zijn lesgevende taak had verruild en dat hij het altijd prima met de klas had kunnen vinden. Zowel Bram als Désiree vermeden de aanname dat het dan wel aan Désiree zou liggen, maar wat het dan wel was, wisten ze ook niet. Uit dankbaarheid gaf ik Kohlrieser in gedachten een dikke zoen op zijn knar om wat ik nog meer van hem had geleerd: een niet-genomen of onvolledig afscheid kan er aan bijdragen dat mensen blijven rouwen en geen nieuwe contacten kunnen aangaan. Rouw die zich kan uiten als verdriet, depressie, angst, maar ook als uitgesproken galbakkenrij. ‘Wat zou er gebeuren’, opperde ik, als jullie tweeën met de teamleider de klas instappen om de klas afscheid te laten nemen van Bram; de leerlingen vragen te laten stellen, Bram te bedanken en hun gemis uit te spreken? Vervolgens kan de teamleider haar vertrouwen in jou, Désiree, uitspreken, daarmee jou je plek geven en jou en de klas gelegenheid geven écht kennis met elkaar te laten maken.
Ik dacht aan één van de uitgangspunten van herstelgericht werken: de mensen om wie het gaat, weten zelf het best wat goed voor hen is. In de rust die deze overtuiging mij gaf, nam ik een tweede bakje koffie waarbij mijn oog viel op het logo op Brams trui.